-
1 éclairer
éclairer [eeklerree]1 licht geven ⇒ lichten, fonkelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verlichten ⇒ bijlichten, licht geven aan2 ophelderen ⇒ verklaren, begrijpelijk maken3 inlichten ⇒ informeren, voorlichten♦voorbeelden:1 la joie éclaira son regard • de vreugde straalde van zijn, haar gezicht afles locataires sont chauffés et éclairés • verwarming en verlichting zijn bij de huur inbegrepen1 verlicht worden, zijn ⇒ opklaren, aangestoken worden, aangaan 〈 van verlichting〉2 duidelijk, begrijpelijk worden1. v2) ophelderen, verklaren3) informeren4) verkennen2. s'éclairerv1) aangestoken worden, aangaan [verlichting] -
2 illuminist
n. aanhanger van Verlichting; aanhanger van scholing -
3 enlightenment
n. de Verlichting, de eeuw van de rationaliteit, 18-de Eeuwse filosofische beweging die het gebruik van wetenschappelijk onderzoek en verstand benadrukt (meestal geassocieerd met Locke Descartes, Newton en Rousseau)[ inlajtnmənt] -
4 light
adj. licht; vlug; luchtig; vrolijk; vluchtig--------adj. lichtend; oplichtend; helder--------n. licht; verlichting; daglicht; verlichtend; bliksem; blik; vuur; stoplicht; voorbeeld--------v. verlichten; aansteken; in brand steken; (uit auto stappen); neerkomen; laten vallenlight1[ lajt]2 ruit(je)3 licht/vuurtoren♦voorbeelden:1 can you give me a light, please? • heeft u misschien een vuurtje voor me?1 licht ⇒ verlichting; openbaarheid♦voorbeelden:in a good light • bij goed licht/zichtbring/come to light • aan het licht brengen/komenreversing light • achteruitrijlampsee the light • het licht zien, tot inzicht komenshed/throw light (up)on • licht werpen op, klaarheid brengen inlight of one's eyes/life • iemands oogappel/hartendiefwithout light and shade • eentonig, kleurloosa shining light • een lichtend voorbeeldgo out like a light • onmiddellijk ingeslapen zijnin (the) light of this statement • in het licht van/gezien deze verklaring2 (geest)vermogens ⇒ inzichten, opvattingen♦voorbeelden:————————light21 licht ⇒ verlicht, helder♦voorbeelden:light clothing • lichte kledijlight food • licht (verteerbaar) voedsellight in the head • licht in het hoofdlight of heart • licht/luchthartiglight industry • lichte industrielight opera • operettelight reading • lichte lectuurlight traffic • geringe verkeersdruktemake light work of • zijn hand niet omdraaien voormake light of • niet zwaar tillen aan————————light3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 light a cigarette/fire/lamp • een sigaret/vuur/lamp aansteken→ light up light up/————————light4〈 bijwoord〉1 licht♦voorbeelden:travel light • weinig bagage bij zich hebben -
5 Erleichterung
-
6 relief
n. opluchting; verlichting; hulp, aflossing(sploeg); reliëf; extra[ rillie:f]2 verlichting ⇒ opluchting, ontlasting5 ondersteuning ⇒ steun, hulp♦voorbeelden:bring/throw into relief • doen contrasteren/uitkomen 〈 ook figuurlijk〉 -
7 lumière
lumière [luumjer]〈v.〉3 gat♦voorbeelden:allumer, ouvrir la lumière, faire de la lumière • licht maken, het licht aandoenn'apporter aucune lumière dans l'affaire • geen enkel licht in de zaak brengendonner de la lumière à qn. • iemand bijlichtenéteindre, fermer la lumière • het licht uitdoenfaire (toute) la lumière sur qc. • iets (geheel) ophelderenjeter une lumière nouvelle sur • een nieuw licht werpen opmettre en (pleine) lumière • (duidelijk) onder de aandacht brengen, wijzen opà la lumière de • in het licht van〈 religie〉 que la lumière soit! • daar zij licht!2 siècle, ville de lumières • eeuw, stad waarin de culturele ontwikkeling groot isla lumière se fit dans son esprit • er ging hem, haar een licht op1. f1) licht2) gat2. lumièresf pl -
8 décharge
décharge [deesĵaarzĵ]〈v.〉1 stortplaats ⇒ storting, lozing2 ontlading ⇒ ladingverlies, vonk3 ontlasting ⇒ stut, schoor, lastvermindering4 opluchting ⇒ ontspanning, verlichting, uitlaat5 vermindering ⇒ verlichting, voordeel6 slag ⇒ klap, stoot♦voorbeelden:————————décharge (d'air froid)————————décharge (publique) -
9 relaxation
n. ontspanning(svorm); verlichting (v. straf, plicht enz.)[ rie:lækseesjn]2 gedeeltelijke kwijtschelding/verlichting 〈 van straf, plicht enz.〉 -
10 jour
jour [zĵoer]〈m.〉1 dag3 opening ⇒ venster, naad♦voorbeelden:un jour ou l'autre • op een goede dagun jour de congé • een vrije dagjour d'exposition • kijkdagle jour des Morts • Allerzielenc'est le jour et la nuit • dat is een verschil als tussen dag en nachtjour de Pâques • paasdagjour des Rois • Driekoningenjour de sortie • vrije dagc'est à un jour de train • dat is één dag sporenvedettes d'un jour • eendagssterrenl'autre jour • een tijdje geleden, pas geleden, onlangsun beau jour • op een goede, mooie dagêtre dans son bon jour • z'n goede dag hebbenun de ces jours • één dezer dagenjusqu'à son dernier jour • tot zijn dood toetous les deux jours • om de andere dagjour férié • feestdagà jour fixé • op de afgesproken dag, datumdans huit jours • over een weekdonner ses huit jours à un domestique • een bediende ontslaance jour même • vandaag nogjours ouvrables • werkdagentous les jours • iedere dag, dagelijksde tous les jours • gewoon, alledaagsil y a un jour que … • het is een dag geleden dat …le jour d'avant, d'après • de vorige, volgende dagvenir à son jour et à son heure • geschieden op het door het lot bepaalde tijdstipd'un jour à l'autre • van de ene dag op de anderemettre à jour • bijwerkentenir à jour • bijhoudenêtre à jour • up-to-date zijn, bij zijnau jour le jour • gestaag, regelmatigofficier de jour • dienstdoend officierde jour • overdagservice de jour • dagdienstde nos jours • tegenwoordigde jour en jour • van dag tot dagle goût du jour • de thans heersende smaakc'est le héros du jour • hij is de held van de dagdu jour • van diezelfde dagnouvelles du jour • laatste nieuwsdes oeufs du jour • verse eierendu jour au lendemain • van de ene dag op de anderepar jour • per dagjour pour jour • op de dag afbeau comme le jour • beeldschoonclair comme le jour • zonneklaarun jour ou l'autre • op een goede dagun jour • eens, ooit, op een dag2 faux jour • slechte verlichting, vals lichtmettre au grand jour • openbaar makenjeter un nouveau jour sur • een nieuw licht werpen oppetit jour • ochtendschemeringen plein jour • op klaarlichte dagdonner le jour à un enfant • het leven schenken aan een kindse faire jour • duidelijk wordenil fait jour • het is dagdemain il fera jour • morgen komt er weer een dagle jour se lève • het wordt dagmettre au jour • aan het licht brengenvoir le jour • het levenslicht aanschouwen, geboren wordenpercer à jour • doorgronden, doorzien, doorhebben5 les vieux jours • de oude dag, ouderdomfinir ses jours à la campagne • z'n laatste levensdagen op het platteland slijten1. m1) dag2) (dag)licht3) venster2. joursm pl1) tijd -
11 reprieve
n. uitstel/opschorting van executie; verzachten--------v. verzachten; uitstellenreprieve1[ riprie:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 respijt ⇒ verlichting, verademing♦voorbeelden:————————reprieve2〈 werkwoord〉1 uitstel/gratie/opschorting verlenen 〈 van doodstraf〉 -
12 age
n. leeftijd; periode; generatie--------v. ouder wordenage1[ eedzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be your age! • doe niet kinderachtig!be/come of age • meerderjarig zijn/wordenlook one's age • er zo oud uitzien als men iswhat is your age? • hoe oud ben je?at the age of ten • op tienjarige leeftijdin his (old) age • op zijn oude dagten years of age • tien jaar oudbe of an age to do something • oud genoeg zijn om iets te doenunder age • minderjarig, te jonghis back was bent with age • zijn rug was krom van ouderdomyou've been ages • je bent vreselijk lang weggebleven¶ age of consent • meerderjarigheid; leeftijd 〈 vooral van meisje〉 waarop je met iemand naar bed mag————————age2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen verouderen, oud(er) maken -
13 backlight
n. achter (grond) verlichting met beeldweergave (LCD) bij computers, van achteren verlicht om verschillen tussen donker en licht te accentueren zodat makkelijker gelezen kan worden--------v. een voorwerp van achteren belichten -
14 cessation
cessation [sessaasjõ]〈v.〉1 onderbreking ⇒ staking, (het) ophouden, beëindiging♦voorbeelden:cessation momentanée d'une douleur • tijdelijke verlichting van pijnf(het) ophouden, staking, beëindiging -
15 commutation
n. omzetting; afkoopsom; pendelen[ komjoeteesjn] -
16 lamp
-
17 lighting-up time
[ lajtingup tajm]1 tijdstip waarop straatverlichting en verlichting van (motor)voertuigen aan moeten ⇒ een half uur na zonsondergang -
18 solace
n. troost, (het) kondoleren, bron van troost; aanmoediging--------v. troostensolace11 troost ⇒ verlichting, bemoediging————————solace2〈 werkwoord〉1 (ver)troosten ⇒ verlichten, opbeuren♦voorbeelden: -
19 Gotthold Ephraim Lessing
n. Gotthold Ephraim Lessing (1729-1781) Duitse filosoof en toneelschrijver en leider van de Verlichting (beroemd om zijn toneelstuk "Nathan the Wise") -
20 Kliegl
n. familienaam; Kliegl, John H. (1869-1959) en Kliegl, Anton Tiberius (1872-1927), Duits geboren Amerikaanse experts in theatrale verlichting en decor, uitvinders van het Klieg licht
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Dennis Merzel — Born June 3, 1944 Brooklyn, New York, U.S. Nationality American Education University of Southern California … Wikipedia
Samuel Iperusz. Wiselius — Infobox Officeholder name = Samuel Iperusz Wiselius image size = 200px caption = Portrait by H. W. Caspari after being knighted in 1815 order = office = Committee on the East Indies Trade and Possessions term start = 1796 term end = 1801… … Wikipedia
Joan Melchior Kemper — Joan Melchior Kemper … Deutsch Wikipedia
Prem Rawat — in Lisbon, Portugal 2007 … Wikipedia
Jacob Hendrik Floh — Jacob Hendrik Floh, né le 24 octobre 1760 à Krefeld et mort le 25 mars 1830 à Enschede, était un homme politique néerlandais. Sommaire 1 Biographie 2 Publications … Wikipédia en Français
Karel Poma — Karel Emiel Hubert Baron Poma (* 14. März 1920 in Antwerpen) ist ein ehemaliger belgischer Politiker der Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV). Biografie Der Sohn des ehemaligen Bürgermeisters des Antwerpener Stadtteils Wilrijk studierte an… … Deutsch Wikipedia
Elie Luzac — (Noordwijk, 19 octobre 1721 – Leyde, 11 mai 1796), jurisconsulte, écrivain, philosophe, éditeur, imprimeur et libraire néerlandais. Sommaire 1 Biographie 1.1 Sa vie 1.2 … Wikipédia en Français
Jacobus Kantelaar — Jacobus Kantelaar, né le 22 août 1759 à Amsterdam et mort le 7 juillet 1821 à Zalné, est un théologien, poète et homme politique néerlandais. Sommaire 1 Biographi … Wikipédia en Français
Юберти Г. Л. — (Huberti) Густав Леон (14 IV 1843, Брюссель 28 VI 1910, Схарбек, близ Брюсселя) бельг. композитор, педагог и муз. критик. Чл. Корол. бельг. академии (с 1891). Окончил Брюссельскую консерваторию, получив неск. премий, в т. ч. Рим. пр.… … Музыкальная энциклопедия
Julien Freund — (* 8. Januar 1921 in Henridorff in Lothringen; † 10. September 1993 in Straßburg) war ein französischer Politikwissenschaftler und Soziologe … Deutsch Wikipedia
Henri Basnage (1656-1710) — Henri Basnage de Beauval Pour les articles homonymes, voir Henri Basnage. Henri Basnage de Beauval, né le 7 août 1657 à Rouen et mort le 29 mai 1710 à La Haye, est un historien et lexicographe français. Fils de l’avocat Henri Basnage de… … Wikipédia en Français